zondag 2 augustus 2009

Weer thuis

Daar zijn we weer. Thuis. Na drie weken in de Nederlandse natuur voelt Amsterdam als een agressieve, broeierige en naar uitlaatgassen stinkende plaats. De dynamiek die ik normaal gesproken zo heerlijk vind komt vrij hard binnen. Scooters met haastige chauffeurs die links en rechts inhalen, toeterende auto's en rinkelende trams die ons huis passeren. Wat een contrast met de rust die de laatste weken over ons heen is gekomen.
De eerste twee weken van onze vakantie brengen wij door in mijn favoriete paradijsje in Breukelen. Regelmatig komt er een begeleid(st)er voor Elfie zodat ik ook een beetje vakantie heb en vakantie-dingen met Wolfje kan ondernemen. Deze vakantie-dingen bestaan voornamelijk uit zwemmen in de vaart. Want wat een magie zo'n huis op een eiland als je eindelijk je A en B diploma hebt en dus zonder zwemvest rond mag lopen en op elk moment dat je verlangt in het water kunt plonzen. Oeverloos veel plezier met alleen een bikini, een steiger, een surfplank en een peddel. Dikke pret als we samen tegelijk een aanloopje nemen om in het water te springen en nog meer hilariteit als blijkt dat onze hond Pluk het ook leuk vindt om een stukje mee te varen op de surfplankkano. Pocahontas here we come.
Ook Elfie geniet volop. In haar regenbroek en zwemvest lopen wij eindeloos rondjes om het huis, langs de randen van het eiland, door het heksenbos en over de knisperende steentjes van het grindpad. Met uitgestoken handjes langs de beplanting om steeds opnieuw verrukt te raken over de tinteling die dit geeft. Dan weer zittten op de grond en kijken hoe de juist geplukte grassprietjes naar beneden dwarrelen als je ze hoog boven je hoofd los laat. Totdat het genoeg is en tijd voor weer een nieuw rondje om het huis.

De derde week kamperen wij in een Pipo-wagen op een boerderijcamping bij Winterswijk. Net als vorig jaar samen met Elfie's logeerouders. Gerrit en Herma in hun eigen caravan op hun vaste idyllische stekje en wij aan de andere kant van het bosje in de woonwagen met uitzicht op de schapenweide. Wat een rust. Wat een stilte. Geen televisie, internet of andere aanzuigende media. Geen ander verkeer dan wandelaars, fietsers en een enkele tractor. Stralende zon, kronkelende smalle weggetjes, glooiend landschap, bossen, weilanden, zandpaden, vennetjes en 's nachts een stevig gevulde sterrenhemel. Paradijs nummer twee.
Wolfje heeft al snel vriendinnetjes gemaakt en is letterlijk met het kraaien van de haan vertrokken, af en toe binnenstormend voor een boterham of melk met meisje A, B of C in haar kielzog. Rond een uur of tien breng ik Elfie naar Herma en Gerrit die de zorg overdag van mij overnemen. Ze lopen rondjes achter haar aan om de grote schuur, langs de randen van het erf, door de wei of over het zandpad. Het aanbod op de camping is voor Elfie uitgebreider dan in Breukelen. Hier kan zij onder begeleiding van haar hulpouders op een skelter rijden (voeten op de pedalen en zelf trappen!). Ik zie haar samen met Gerrit op de schommel en in het kippenhok. In de fietskar achter Herma als zij samen met Gerrit naar Duitsland fietst om broodjes te halen. Ook de voetbaltafel wordt in het vaste stramien opgenomen. Elk rondje weer stapt zij even het schuurtje binnen om aan de handvaten van het tafelvoetbalspel te draaien. Altijd aan dezelfde kant. Steeds op dezelfde plek. Na een paar dagen krijgt zij ook schik in het nemen van corners. Dat wil zeggen het bovenhands ingooien van de bal.
Wanneer je ziet dat allebei je dochters zo goed in hun vel zitten, zich vermaken met wat er is en je hebt zelf je handen vrij, dan is het tijd om écht te ontspannen. 's Ochtends meestal een activiteit, lopen, skaten, een wandeling met een ezel met picknickmand (en Wolfje er bovenop). 's Middags boodschappen doen, een tochtje maken en luieren. In één ruk lees ik twee boeken uit die al meer dan een half jaar onaangeraakt naast mijn bed liggen. Geen telefoon, geen afspraken, geen plichten die roepen. Alleen maar rust.

Als we thuis komen trek ik snel de deur achter mij dicht. Ik wil nog even niet. Nog heel even niet de hectiek voelen die bij het binnenrijden van de stad direct al op je afkomt. Nog even geen deel zijn van de bont gekleurde mensen op straat met hun harde gelach, hun gefluit en geschreeuw. Ik kijk naar mijn tuin en zie dat het gras welliswaar hoog geworden is, maar de hortentia's knallen bijna uit elkaar bij wijze van begroeting. Paarse, roze, witte en blauwe bollen stralen naar mij, scherp afgetekend tegen het diepe groen van de bomen daarachter. Zelfs de viooltjes in de potten op het terras, die toch al enige tijd geen water hebben gekregen, kijken mij uitdagend aan. Wolfje verliest zich zowaar voor een paar uur op haar kamer in herontdekte eigendommen en bouwt een boerderij. Door de muren heen hoor ik haar taferelen naspelen die zich tijdens de vakantie hebben voorgedaan. Elfie scharrelt tevreden heen en weer tussen haar kamertje en de wasmachine die op volle toeren draait. Nog even geen televisie. Nog even geen mail. Alleen de stilte. Alleen maar rust. Wat een heerlijke vakantie. En wat fijn om weer thuis te zijn.